Artikelen

Senior Kwalificatie Onderwijs (SKO) op de universiteiten van Nederland

Verslag van een Benchmark onderzoek

De Senior Kwalificatie Onderwijs (SKO) kan naar analogie van de Basis Kwalificatie Onderwijs (BKO) worden gezien als een keurmerk voor docenten in het universitair onderwijs. Evenals de BKO is een SKO een bewijs van de didactische bekwaamheid van docenten in het wetenschappelijk onderwijs, echter op een hoger niveau en voor docenten met ervaring op senior niveau. De certificering is vaak een afronding van een didactische ontwikkelfase, afgesloten door middel van een dossier.

 

In tegenstelling tot de BKO is de SKO niet wederzijds erkend. Instellingen voerden de SKO in als onderdeel van een breder pakket aan beleidsmaatregelen om de onderwijskwaliteit (in samenhang) te verbeteren. Externe prikkels zoals studenten enquêtes en instellingsaccreditaties waren voor de pioniers aanleiding om te starten met de invoering van een SKO. De landelijke prestatieafspraken (2012-2016) tussen universiteiten en het Ministerie van Onderwijs, over onder meer een percentage BKO gecertificeerde docenten, zijn ook een belangrijke katalysator geweest voor invoering van de SKO bij de volgers. Momenteel is het landelijk programma Erkennen en Waarderen bij de universiteiten van Nederland, waarmee ook de onderwijsprestaties van docenten mogelijkheden bieden voor een universitaire loopbaan, een belangrijke stimulans voor de laatste instellingen om te starten met een SKO.

 

Na al deze ontwikkelingen is het tijd om de verschillende senior kwalificaties met elkaar te vergelijken en na te gaan wat de overeenkomsten en verschillen zijn. In dit artikel wordt verslag gedaan van dit benchmark onderzoek. 

 

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit is een premium artikel, om dit hele artikel te lezen dient u ingelogd te zijn.
Heeft u nog geen abonnement bekijk onze abonnementen via onderstaande knop